Er is al veel gezegd en gesproken over kleurtheorie. Daarbij lopen feiten en meningen behoorlijk door elkaar. Wanneer je een kleurenschema wilt kiezen voor jouw woonstijl zul je keuzes moeten maken. Je kunt je daarbij laten leiden door iemand die er ‘verstand van heeft’, je kunt ook op je eigen gevoel afgaan. Uiteindelijk zul je zelf moeten wonen met de kleuren die je kiest. In dit artikel helpen we je om een kleurenschema te kiezen waar je graag in thuiskomt.
Kleurentheorie in een notendop
Kleuren ontstaan door reflectie van licht, of beter gezegd welke kleuren van het witte licht niet gereflecteerd worden. Je kent de primaire kleuren vast nog wel van school, dat zijn rood, blauw en geel. Dit zijn kleuren die je niet kunt maken door andere kleuren te mengen. Dan hebben we de secundaire kleuren, dit zijn oranje, paars en groen. Die ontstaan door de primaire kleuren te mengen. Als laatste hebben we de tertiaire kleuren, dit zijn zes kleuren die ontstaan na het mengen van de primaire kleuren met de secundaire kleuren.
Kleurschakeringen maken
Door wit, zwart of grijs aan een kleur toe te voegen wordt deze lichter of donkerder, maar het blijft in dezelfde kleur en deze kleurschakeringen zullen niet ‘vloeken’.
Kleurtemperatuur
Bij de kleurtemperatuur maken we onderscheid tussen ‘warme’ kleuren en ‘koele’ kleuren. Voorbeelden van warme kleuren zijn rood en oranje, koele kleuren zijn blauw en paars. Maar met mengkleuren kan dit veranderen. Bij licht speelt kleurtemperatuur ook een belangrijke rol. Zo heb je ‘warm wit’ lampen en ‘koel wit’ lampen die respectievelijk meer naar geel neigen of naar blauw.
Groter en kleiner met kleuren
Je kunt de ruimte met kleuren optisch groter of kleiner maken. Licht maakt de ruimte groter, donker maakt de ruimte kleiner. Warm maakt de ruimte kleiner, en koel maakt de ruimte juist groter. Wanneer je klein woont zijn lichte en koele kleuren doorgaans aan te bevelen.
Complementaire kleuren
Dit is het meest eenvoudige kleurschema, je kiest twee kleuren die aan weerszijden van het kleurenwiel staan. Daarbij zal één kleur dominant zijn en de tweede kleur voor accenten gebruikt worden. Dit is een hoog contrast kleurenschema dat het beste werkt op een neutrale basis.
Gesplitste complementaire kleuren
Dit is een meer rustig kleurschema, waar je naast één hoofdkleur nog twee kleuren ernaast kiest. Dit kleurenschema werkt met name goed bij minder verzadigde kleuren zoals pastel tinten. Met name de hoofdkleur moet dan minder verzadigd zijn.
Durf jij de triade aan?
Als je van harde kleuren houdt kun je kiezen voor de triade. Dat zijn drie kleuren op gelijke afstand van elkaar in het kleurenwiel. Dit is een populaire keuze voor kinderkamers, en zal minder geschikt zijn voor woonkamer. Bij de triade worden meestal sterk verzadigde kleuren gekozen. Met een blokkenpatroon kan het erg druk worden.
De 60-30-10 richtlijn
In veel situaties kun je op basis van de 60-30-10 richtlijn een goede balans vinden. Dat betekent een hoofdkleur die je voor 60 procent in het interieur laat terugkomen, dit is vaak een lichte kleur voor de wanden. Dan 30 procent voor een andere, wat meer verzadigde kleur voor bijvoorbeeld het meubilair, en als laatste nog 10 procent voor accenten. Denk aan felgekleurde kussens of vazen. Zo kun je een mooie verhouding tussen de kleuren tot stand brengen zonder er een bonte kermis van te maken.
Doe meer met lampen
Je hoeft niet voor kleuren te kiezen als je werkt met gekleurde lampen. Met ‘slimme’ verlichting zoals de Philips Hue serie kun je 16 miljoen kleuren maken. Wanneer je lichte muren en meubilair hebt kun je de omgeving iedere gewenste kleur geven. Met een donker interieur is dat lastiger omdat de kleuren als het ware worden ‘geabsorbeerd’.
Neem controle over zonlicht
Zonder licht bestaat er geen kleur, hoe meer controle je hebt over licht hoe beter je het optimale kleurschema kunt bepalen. Zonlicht is van groot belang voor mensen, het is wel prettig als we er controle over kunnen uitoefenen. Met elektrische rolgordijnen kun je op ieder moment het zonlicht buitensluiten, of juist een mooie gloed door de kamer heen laten schijnen. Een elektrisch rolgordijn is erg praktisch omdat je niet steeds aan koordjes hoeft te trekken, daarnaast werken de ontvangers tegenwoordig via het wifi netwerk waarmee je niet met een infrarood afstandsbediening op een oogje hoeft te mikken. Een rolgordijn in een neutrale, lichte kleur fungeert als een flexibele muur mits je een materiaal neemt dat compleet verduisterend is. Zo heb je echt volledige controle over de kleur in huis.
Tip: Onthoud dat verfkleuren niet hetzelfde zijn als lichtkleuren. Verf gaat uit van dekking, licht van reflectie. Hoe lichter de verfkleur is, hoe meer je de kleur kunt aanpassen met lichtkleur.
Leave A Comment